sluit

Inzicht in
Maatschappelijk vastgoed

Realist
Marc Houben, Vince Holtus

Herbestemming van maatschappelijk vastgoed:
van leegstand naar levendigheid

In veel gemeenten staat maatschappelijk vastgoed – scholen, kerken, buurthuizen, zorggebouwen – (deels) leeg. Demografische veranderingen, veranderende zorgstructuren en digitalisering hebben geleid tot een groeiend overschot aan gebouwen die ooit het hart vormden van de gemeenschap. Voor bestuurders ligt hier een complexe opgave: hoe transformeer je deze panden van een last op de begroting naar een kans voor maatschappelijke meerwaarde?

 

De bestuurlijke urgentie
Leegstand is meer dan een financieel probleem. Een leeg gebouw beïnvloedt de leefbaarheid, de veiligheid en het imago van een wijk. Tegelijk drukken onderhoud en energielasten zwaar op gemeentelijke begrotingen. Herbestemming biedt de mogelijkheid om maatschappelijke doelen – zoals inclusie, duurzaamheid en leefbare wijken – te verbinden met vastgoedbeleid. Bestuurders bevinden zich in de unieke positie om dit proces te sturen: niet alleen door eigendom en middelen, maar ook door regie, visie en samenwerking. De vraag is niet óf er iets met leegstaand vastgoed moet gebeuren, maar hóe.

Van vastgoed naar waarde
Traditioneel werd maatschappelijk vastgoed beoordeeld op stenen, vierkante meters en boekwaarde. De nieuwe benadering kijkt naar maatschappelijke waardecreatie. Herbestemming kan leiden tot:

Sociale waarde
– ruimte voor ontmoeting, zorg, cultuur of onderwijs;
Economische waarde
– stimulering van lokale bedrijvigheid en werkgelegenheid;
Ecologische waarde
– circulair hergebruik van materialen en energiezuinige renovaties;
Culturele waarde
– behoud van identiteit en erfgoed.

Het sturen op deze waarden vraagt een andere manier van denken: vastgoed als middel, niet als doel.

 

De bestuurlijke rol in herbestemming
Een succesvolle herbestemming vraagt bestuurlijke moed en een heldere regierol. Bestuurders dienen te balanceren tussen belangen van eigenaars, gebruikers en de gemeenschap. Hun rol kent drie dimensies:

Visievorming
– het vaststellen van een toekomstbeeld voor maatschappelijk vastgoed in relatie tot maatschappelijke doelen;
Partnerschap
– het verbinden van maatschappelijke organisaties, marktpartijen en bewoners;
Randvoorwaarden
– het creëren van juridische, financiële en planologische ruimte om initiatieven mogelijk te maken.

Een belangrijk bestuurlijk inzicht is dat herbestemming vaak niet start bij de stenen, maar bij de gemeenschapsfunctie die men wil behouden of vernieuwen.

Samenwerking als sleutel
Veel succesvolle herbestemmingen ontstaan uit coalities van overheid, bewoners en maatschappelijke organisaties. Bestuurders kunnen hierin optreden als facilitator in plaats van als eigenaar of opdrachtgever. Denk aan het beschikbaar stellen van vastgoed tegen maatschappelijke huur, of het ondersteunen van coöperatieve initiatieven.

Voorbeeld:
Een voormalige basisschool in een middelgrote gemeente werd herbestemd tot een “huis van de wijk”, met ruimte voor zorg, jongerenwerk en lokale ondernemers. De gemeente stelde het pand beschikbaar onder de voorwaarde van maatschappelijke meerwaarde. Dankzij een samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente, welzijnsinstelling en bewonerscoöperatie werd het project financieel haalbaar én sociaal gedragen.

Financiering en haalbaarheid
Een veelgehoorde zorg onder bestuurders is de financiële kant van herbestemming. Traditionele businesscases schieten vaak tekort, omdat maatschappelijke baten niet direct in euro’s zijn uit te drukken. Nieuwe instrumenten bieden echter mogelijkheden:

Maatschappelijke Businesscase (MBC) – waarin maatschappelijke kosten en baten in kaart worden gebracht;
Social Impact Bonds – waarin investeerders rendement ontvangen op basis van maatschappelijke resultaten;
Publiek-private samenwerking (PPS) – om risico’s en investeringen te delen;
Fondsconstructies of erfpachtmodellen – die ruimte laten voor langdurige maatschappelijke exploitatie.

Bestuurders doen er goed aan om vroegtijdig financiële, juridische en maatschappelijke partners aan tafel te brengen, zodat er ruimte is voor maatwerk.

Duurzaamheid en circulariteit
Herbestemming past bij de duurzaamheidsopgave van deze tijd. Het behouden van bestaande gebouwen voorkomt CO₂-uitstoot en sluit aan bij circulair bouwen. Bestuurders kunnen hierin sturen door duurzaamheidscriteria te integreren in herbestemmingsprojecten en gebruik te maken van subsidies of Europese fondsen. Zo wordt duurzaamheid niet een bijzaak, maar een integraal onderdeel van de maatschappelijke waarde.

Succesfactoren voor bestuurders
Uit praktijkonderzoek en evaluaties van herbestemmingsprojecten komen vijf succesfactoren naar voren:

Een gedragen visie – met duidelijk maatschappelijk doel;
Vroegtijdige participatie – van bewoners en gebruikers;
Flexibel eigendom en beheer – denk aan erfpacht, coöperatief beheer of gedeeld eigendom;
Transparante besluitvorming – over selectie, financiering en toewijzing;
Langetermijnperspectief – investeer niet alleen in stenen, maar in sociale structuren.

Conclusie
Herbestemming van maatschappelijk vastgoed vraagt om bestuurlijke regie, visie en lef. De leegstaande school, het verouderde buurthuis of de gesloten zorginstelling zijn geen problemen om te verbergen, maar kansen om maatschappelijke vernieuwing te realiseren. Wie als bestuurder durft te denken in termen van waarde, verbinding en toekomst, kan met vastgoed de sociale infrastructuur van morgen bouwen.